Small Paul

Sohee. Als John Lennon er vroeger echt zo:

had uitgezien, dan waren er vast nog veel meer vrouwen dan alleen Yoko Ono op hem gevallen. Ik weet wel dat als ik toen had bestaan en voor de hamvraag ‘Beatles of Rolling Stones?’ had gestaan, ik zonder twijfel voor The Beatles was gegaan. Alleen al om John Lennon. Als die er dus zó had uitgezien.

Toen ik mijn ouders trouwens ooit eens vroeg waar zijn van waren, want dat leek mij een zeer belangrijke vraag waarvan het antwoord alles over hun karakter zou zeggen, antwoordden zij beide, tot mijn grote teleurstelling:  ‘Geen van beide, daar hielden wij ons niet zo mee bezig’. Hoe uncool is dat? Ik had het op zich ook kunnen weten, aangezien Thijs van Leer, Robert Long en Nana Mouskouri de enige populaire platen uit de verder volledig klassieke elpeecollectie van mijn ouders waren.

Enfin. John Lennon dus. Die zag ik donderdag op het witte doek, in de film ‘Nowhere Boy’. Geweldige film, heerlijke jaren zestig sfeer, fijne muziek en geweldige acteurs. Zoals de prachtige Aaron Johnson die John speelt en Kirstin Scott Thomas als zijn ongenaakbare tante Mimi, die aan het eind van de film toch een hart blijkt te hebben. Maar de verrassing van de film was deze jongeman:

Kent u hem nog? Jawel, deze grote jongen was het schattige zoontje van Liam Neeson in Love Actually, het jongetje zonder moeder dat zó verliefd was op een klasgenootje dat hij speciaal voor haar leerde drummen. En nu is dat kleine jongetje groot en kan hij ineens ook gitaar spelen. Zou hij eigenlijk wel hebben geweten wie de grote Paul McCartney was, die hij met zoveel verve op het witte doek zette?

Ik sloot hem direct in mijn hart. Jammer dat ‘ie pas twintig is.