Er was écht brand!

Je kent dat wel, van die momenten dat je zeker weet dat jij gelijk hebt, maar dat niemand je gelooft. Men vraagt of je gedronken hebt, of een pilletje hebt geslikt; men staart je met een meewarige glimlach aan, of maakt een ‘die is gek’-beweging voor de ogen. En men gelooft je niet. Maar jij hebt toch echt gelijk!

Het gebeurde mij gisteravond, toen ik na een ietwat vreemd concert van een (tja, hoe zal ik het zeggen zonder dat iemand me kan betichten van een tunnelvisie of een bekrompen wereldbeeld) nogal avant-gardistisch, free-jazzend maar toch rockend Noors kwartet, genaamd Ultralyd, lekker ging dansen in Ekko. Ik had een paar biertjes gedronken, maar zeker niet teveel, en had het reuze naar mijn zin met vriendinnen L. en W. Plots voelde ik iets nats langs mijn been. Een naburige danser had zijn glas laten vallen en ik keek waar het bier heen vloeide. Het liep een roostertje in, waar een lampje achter zat. En voor ik het wist, kwam er rook uit dat roostertje en een heel klein vlammetje. Vriendin L. zag het ook. Brand! dacht ik, en ik voelde dat er een taak voor mij was weggelegd. Ik kon toch niet zomaar de Ekko laten affikken? Ik moest iets doen! Ik rukte mijn jurk uit en vloog in mijn Superwoman-pakje naar de bar. ‘Er komt vuur uit het roostertje’, riep ik. Barman in rep en roer, de manager erbij. Wij naar het roostertje. Geen vuur. Geen rook. Niks meer. Was ik gek geworden?

Meneer de manager dacht van wel. ‘Meisje’, sprak hij glimlachend, ‘dit is een lichtroostertje, zodat je niet over de drempel struikelt. Dit is geen vuur, maar een lampje.’ En hij klopte me op mijn schouder. ‘Ik zag het echt!’ riep ik. ‘Heus!’ Ik trok vriendin L. er aan haar haren bij. ‘Jij zag het toch ook?’ Vriendin L. knikte. Maar boog zich vervolgens over naar de manager. ‘Let maar niet op haar’, fluisterde ze hem toe, ‘ze heeft een beetje teveel gedronken…’ En de manager knikte me nog eens vriendelijk toe en draaide zich lachend om. Ik kon vriendin L. wel slaan. Er was echt brand en ik was niet dronken! En zij had het ook gezien! Toch wist ik dat ik verloren had. Niemand zou me meer geloven. Ik stond te boek als een dronken lor die een lampje niet meer kon onderscheiden van vuur.

Maar hee! Er was echt een vlam en ik heb nu geen kater. Dus ik heb niet teveel gedronken. En ik loog niet. Ik had gelijk! Echt! Heus…