Viva Italia!


Het was stil in Groningen. Ik liep gisteren van het station naar mijn huis en naast mijn medetreinreizigers was er geen mens op straat. Wel geluid: uit alle openstaande ramen en deuren klonk het gejuich van duizenden Fransen en Italianen, met ertussendoor gemurmel van Evert ten Napel en een heel enkele keer het snerpende geluid van een fluitje. WK-finale, da’s waar ook.
Op het Gedempt Zuiderdiep, waar café na café de wedstrijd uitzonden, bekroop mij toch ineens een gevoel van opwinding en bij elke deur bleef ik staan om naar het grote scherm te kijken. 1-1. De twintigste minuut van de verlenging. Zidane was er al uit. Overal mannen die gebiologeerd, maar rustig met een biertje meegenoten. Wel heel wat anders dan toen Nederland voetbalde. Vrediger. Fijner ook eigenlijk.
Vannacht om 1 uur was het vredige er wel af. Nooit geweten dat er zoveel Italianen in mijn stad wonen! Overal wapperden rood-wit-groene vlaggen en scheurden scooters en kleine Fiatjes door mijn straat. De pizzeria aan de overkant kondigde gratis pizza aan en Louis Bega schetterde uit de cafés. ‘Viva Italia’ en ‘Campione!’ brulden de Italianen, duwend op hun claxons en rammend op pannen met pollepels. Het was één groot feest. Maar het duurde heel lang. En het maakte heel veel herrie. Recht voor mijn deur. Toch maar goed dat Nederand geen wereldkampioen is geworden. Dan was er van slapen helemaal niks terecht gekomen…!