Laat het vanavond gebeuren…

Woensdag 18 oktober 2006. De Dijk staat in Tivoli. Drie dagen lang. En alle drie de concerten zijn uitverkocht. De Dijk is dus een erg populaire band. En eerlijk gezegd kon ik me daar niet zoveel bij voorstellen.

De Dijk roept bij mij altijd onmiddellijk de associatie op met de kermis in het dorp. Traden ze niet bij ons op, dan stonden ze toch zeker wel drie dorpen verderop in een dampende feesttent. Met Van Dik Hout in het voorprogramma en een grote meute stevige dames van een jaar of dertig, met kortgeknipt rood haar en een windjack, smachtend voor het podium.

Maar als ik dan de nummers van De Dijk op de radio hoorde, wist ik eigenlijk stiekem al dat het niet zomaar een feestband was. ‘Als ze er niet is’, ‘Mag het licht uit’ en ‘Als het golft’, zijn pareltjes in de Nederlandstalige popmuziek. Om van ‘Dansen op de vulkaan’ nog maar te zwijgen. Het uitzinnige publiek in Tivoli op woensdagavond schreeuwde en stampte na afloop van het laatste nummer om dit lied en scandeerde het woord ‘dansen’ net zo lang tot de band terugkeerde op het podium. Ik kreeg er koude rillingen van. Dat was eigenlijk niet de bedoeling. Net zomin het niet de bedoeling was dat ik ‘Binnen zonder kloppen’ mee zou zingen. Maar ik werd een beetje meegesleept…

Naast mij stond een stevige mevrouw van een jaar of dertig, met kortgeknipt, roodgeverfd haar. Ze droeg een strak De Dijk-t-shirt en had een trui om haar middel. Zachtjes prevelde ze alle liedjes van Huub van der Lubbe mee, terwijl ze met haar ogen dicht meedeinde op de muziek. Ik kreeg er kippenvel van. Van de mevrouw en haar overduidelijke liefde voor De Dijk, van de jankende accordeon , de schallende trompet en de prachtige stem van Huub.

‘Wat houdt je tegen,
wat maakt je bang,
dat wikken en wegen,
je blijft aan de gang.

Later bestaat niet,
je weet hoe dat gaat,
later dat gaat niet,
later is te laat.’

Later is te laat. Maar beter te laat dan nooit. Ik werd in een kolkend Tivoli met terugwerkende kracht stiekem een beetje verliefd. Op De Dijk. En dat was eigenlijk niet de bedoeling. De associatie met de kermis raak ik waarschijnlijk nooit meer kwijt, maar Huub van der Lubbe en zijn mannen hebben me laten zien dat De Dijk een prachtband is, met prachtige –nieuwe-muziek, nog mooiere teksten en een heerlijk publiek. Met kortgeknipt, rood haar en een windjack. Nou en?