Ik woon op de zolder van een een 16e-eeuws pand. Het rammelt en kraakt er aan alle kanten. Soms rennen er muizen heen en weer. Bovendien rijden er dag en nacht treinen voorbij, die vooral ’s nachts klinken alsof er iemand naast mijn hoofd op een lege oliedrum slaat. Ik ben daarom blij dat ik van nature niet bang uitgevallen ben. Anders had ik vast nachten wakker gelegen van al die geluiden, die in halfslaap net zo goed van boeven, inbrekers en ander gespuis zouden kunnen zijn. Ik heb inmiddels al zoveel verhalen gehoord van nietsvermoedende meisjes die wakker werden van een vreemde man aan hun voeteneind, die hun toefluisterde dat ze maar weer lekker moesten gaan slapen, terwijl de volgende ochtend hun laptop verdwenen bleek, of jongens die naar de wc liepen en op de gang ineens een meneer met een bivakmuts en muziekinstallatie onder zijn arm tegenkwamen, dat ik eigenlijk alle reden heb om ’s nachts bang te zijn. Maar mocht dat moment ooit aanbreken, dan koop ik direct dit nachtkastje. Ik zie mezelf al helemaal als een soort ninja door mijn kamer springen en de inbreker zijn kop afhakken! Of okee, in zijn ballen schoppen…