Paul schreef deze week op zijn blog over teksten op deuren van toiletten. Hiermee inspireerde Paul mij zeer, of eigenlijk herinnerde zijn blog mij aan het feit dat ik me, steeds als ik tegen een volgekladderde toiletdeur zit aan te kijken, keer op keer voorneem er iets over te schrijven. Bij deze dus.
Ik vind toiletdeurgeschrijf in de meeste gevallen nogal inspiratieloos. Zoals Paul ook als schreef, komende meeste teksten niet verder dan: x houdt van y en z sucks. Een enkele keer, bij voorkeur in kroegen voor mensen met lang haar en zwarte t-shirts, kom je een regel uit een songtekst tegen (dEUS voert hierbij de lijst aan, volgens mij. Dan moet de volgende grap gemaakt worden: maakt dEUS dan zulke schijtteksten? Ha. Ha. Ha.) en op sommige toiletdeuren staat een strofe uit een gedicht. Meestal in het Engels. ’t Zijn vaak gedichten die ik niet ken. Eigenlijk heb ik nog nooit: Mijn moeder is mijn naam vergeten zien staan. Of: Postzegels. Mijn moeders hobby. Ik een zeldzaam exemplaar. Of doodgewoon: Vanmorgen werd ik wakker van de vogels. Nooit.
Binnenkort op deze fantastische weblog een bloemlezing uit de toiletpoëzie in de gemeente Utrecht, maar nu alvast de meest fantastische zin die ik ooit op een toiletdeur (met open onderkant) heb zien staan: Beware of magnificent limbodancers! Fantastisch toch?