Wedstrijdje zwanger zijn

Dat ik in alles de beste, de snelste en de eerste wil zijn. Dat kan ik met recht één van mijn slechte eigenschappen noemen. En op de één of andere manier uit zich dit tijdens mijn zwangerschap altijd meer dan anders.

Zo is de wekelijkse yogales voor mij zelden ontspannen. Eerst moet ik immers controleren of ik wel de slankste ben (nee), of mijn haar het leukst zit (zelden), of mijn zorgvuldig uitgekozen yogaoutfit (niet té sportief of Rituals, maar zeker niet te pyjama) er wel het meest onuitgezocht en casual, doch stijlvol uitziet (mwah) en vooral: of ik wel het mooist uitgedijd ben, qua buik. In dat geval geef ik mezelf altijd de eerste prijs, want mijn buik is klein en strak, ook al is het de vierde keer dat ik zwanger ben en baar ik straks mijn derde kind. Ik probeer altijd te raden hoe ver andere vrouwen zijn, gezien hun buikmaat en zit er meestal ettelijke weken naast. En dat doet mij dan deugd. Ik ben vreselijk, ik weet het.

Hoger, sneller, dieper
Nu gaat het alleen nog over uiterlijkheden. Moet je me zien als de oefeningen beginnen. Altijd wil ik net een beetje dieper, verder, lager of juist hoger en sneller dan de anderen. Zwanger? Ik? Nee joh, ik ben nog net zo lekker fit en mobiel als 38 weken geleden! Zie je wel juf hoe goed ik met gestrekte benen bij mijn tenen kan? En hoe lekker plat ik met mijn wang op de yogamat lig tijdens de childspose? Rustig aan doen? Ontspannen? Ikke? Dat kan natuurlijk niet, want ik moet de oefeningen beter doen dan alle andere dames die wel relaxed met hun ogen dicht zitten te zennen op een dekentje. Ik niet, ik zit op mijn knieën op de kale mat, want aan hedonisme doe ik niet tijdens de yogales. Daar sta ik mijlenver boven.

En dan altijd kapot van de les terugkomen, met het gevoel dat het nooit meer goed komt met mijn hamstrings en liezen. Zucht.

Wedstrijdje hardlopen
Zaterdagavond bereikte mijn fanatisme en misplaatste superioriteitsgevoel zijn absolute dieptepunt, hoewel ik het gebeuren toen nog als een overwinning zag. Ik moest even naar de supermarkt voor een pak waspoeder en een broccoli. Ik kwam uiteraard naar buiten met 6 kilo aan waspoeder, wasverzachter, flessen sap en broccoli. Veel te zwaar, maar hee. Ik doe niet aan te zwaar. Zeker niet toen ik voor me een andere zwangere vrouw ontdekte, ongeveer even ver als ik, maar zuchtend, steunend en kreunend. Haar echtgenoot (op witte sokken en slippers, maar dat is een detail dat er in principe niet toe doet) duwde de kar vol Euroshoppercola, chips en drie pakken Pampers New Born en zij volgde hem met moeite. Na een meter of vijf bleef ze puffend en blazend staan, want ‘ze mos effe op adem komen hoor’.

Heus geen raar gedrag voor een zwangere vrouw die op het laatst loopt, zoals de assistente van de huisarts dat vanochtend nog zo mooi uitdrukte. Maar ik zag mijn kans schoon. Hier kon ik eens even lekker shinen, als super-hoogzwangere. Ik slingerde de boodschappentas over mijn schouder en beende zo lichtvoetig en snel als ik kon de mevrouw en haar man voorbij. Met verende tred, wapperend haar en een serene glimlach passeerde ik. De zon ging nog net niet harder schijnen, maar in de verte hoorde ik engelenmuziek. En het deed pijn. In mijn buik, in mijn benen, in mijn bekken. Maar hee, ik had weer even de kans de beste te zijn en die kans kon ik niet laten schieten.

Beloning
En ik werd verdorie nog beloond ook. Want hij zei het echt, de betatoeëerde echtgenoot op zijn witte sokken: ‘Zie je dat? Zij ken nog wel doorlopuh!’ Haar reactie hoorde ik niet eens meer, zo in de gloria was ik. Maar eenmaal terug in de auto, lichtjes kreunend, realiseerde ik me wat een ontzettend dodelijke opmerking dat was geweest van die man. En hoe ontzettend fout ík bezig was. Niet alleen gaf ik de strompelende mevrouw misschien wel het gevoel dat ze niks waard was en niet eens fit zwanger kon zijn, maar ik had vooral mezelf ermee.

Want wat hebben ik en onze ongeboren dochter er eigenlijk aan dat ik mijn tenen aan kan raken bij de yoga? Wat schiet dit kleintje ermee op dat ik mezelf pijn doe omdat ik per se een gelijkgestemde in wil halen? Wat heeft het sowieso voor zin om mezelf uit te putten tijdens de laatste weken van mijn laatste zwangerschap? Wat geef ik voor signaal af aan onze zoon en onze dochter door altijd de beste te willen zijn? En aan andere (zwangere) vrouwen?

Precies. Het wordt tijd om mezelf in acht te nemen. De komende tien (twaalf? veertien? drie?) dagen die mij nog resten met een baby in mijn buik, en zeker al die dagen, weken, maanden en jaren die nog volgen. Mijn best doen en soms een beetje beter is prima, mezelf voorbij lopen en altijd sneller, beter en hoger willen, is vanaf vandaag voorbij. Heus. HEUS.