Herrie in de trein

Lieve lezers, weten jullie nog wie ik ben? Nee? Dan geef ik even een update… Ik ben Neeltje, 26 jaar, ik werk bij DAG en daar werk ik heel hard. En zo wil het gebeuren dat ik niet zoveel tijd meer heb om stukjes voor dit blog te schrijven. En dat vind ik heel jammer, want schrijven is mijn lust en mijn leven. Bovendien, de onderwerpen liggen op straat, dus daar mag ik natuurlijk niet zomaar overheen stappen… Zoals dat ene meisje in de trein gisteravond.

Ik zat in de intercity van Amsterdam Amstel naar Utrecht en op het perron was ik nog aan het bellen. Nu ben ik zelf niet zo verzot op bellende mensen in de trein en is mijn ervaring dat veel andere reizigers daar ook last van hebben. Toen ik eenmaal op mijn blauwe stoeltje zat, schroefde ik het volume dus danig naar beneden en rondde ik het gesprek binnen drie minuten af. Keurig dus.

Tegenover mij zat een meisje in een skinny jeans, met grote laarzen daaroverheen, een wijde jas met een grote bontkraag aan, haarband in, veel make-up en een uitklaptelefoon met glitters. Nu hoeft haar uiterlijk niks te zeggen over de manier waarop zij zich gedroeg, want uiterlijk zegt natuurlijk niet alles, zoals ik altijd propageer, maar toch, voor het complete beeld vertel ik graag hoe ze eruit zag.

Enfin. Ik had dus opgehangen en prompt ging de telefoon van het meisje, uiteraard met hijgende R&B-ringtone. Ze nam op met: ‘Háhaaaaaj! Ja man, ’t gaat goeoeoeoed (op zijn Amsterdams, niet omdat ze een Amsterdams accent had, integendeel, maar omdat het blijkbaar cool is om iemand in het plat-Amsterdams te woord te staan.) En toen ging het gesprek dus verder. Keihard. Echt kei-hard! Nu wil het geval dat ik boven zat in een dubbeldekker, waar het plafond dus laag is en de ruimte klein, waardoor het geluid extra weerkaatst. Bovendien was de helft van de coupé bestemd voor eerste klas, dus we zaten allemaal nogal dicht bij elkaar. Ik, het meisje, een ouder echtpaar aan de andere kant van het pad, een mevrouw achter me en een ander meisje bij de deur. Het echtpaar was al opgehouden met praten, want tegen het telefonisch geweld van het meisje in de bontjas viel gewoon niet op te converseren. We moesten allemaal verplicht stilzitten en meegenieten van haar avonturen als verse eerstejaars in een nieuwe kamer zonder wasmachine, over haar eerste college psychologie aan de UVA en over haar afspraken bij de psycholoog, die niet deugde, maar waarover ze niet wilde vertellen, want ze zat in de trein.

Hallo!? Je wil niet over je privéleven vertellen, want je zit in de trein? Moest het niet zijn: sorry, iedereen kan meegenieten van mijn gekrijs, dus ik stop met bellen? Ik werd er gek, maar veelbetekenende blikken tussen mij en het oudere echtpaar leverden niets op, het gezucht van de mevrouw achter mij ook niet, en zelfs toen die mevrouw uiteindelijk de coupé verliet, keek het bellende meisje niet op of om. En toen was ik het zat. Ik smeet mijn boek dicht, jaste dat in mijn tas en stampte naar het halletje. Het meisje keek me heel even verbaasd na, maar ‘ja’de en ‘nee’de vervolgens weer doodleuk door. Ze had het echt niet door.

En ik stond me op te vreten in een koud halletje bij de deur. Waarom durfde ik er nou niks van te zeggen? Lieve lezers, hoe zit dat nou? Zeggen jullie wat van luidruchtige mensen in de trein, door telefoons of mp3-spelers zonder dopjes? Ik erger me dood, maar houd altijd mijn mond. Stom hè?