Krantenjongen

Mee dan een schim was het niet, maar het fietste me voorbij, midden in de nacht. ‘Was dat nou de krantenjongen?’, vroeg ik verbaasd aan degene met wie ik midden in de nacht Enschede doorkruiste.
Toen ik mijn fiets in de schuur zette, klapperde de brievenbus. Het was de krant. Ik was verschrikkelijk laat thuis.