Mijn BN’erfetisj


Ik heb een Bekende Nederlander-fetisj. Ik kom daar rond voor uit en wijt het aan mijn jeugd in de Achterhoek, waar de enige prominent van formaat Ernst Daniël Smid was. En Bennie Jolink natuurlijk. Meer bekende zielen kwam ik nooit tegen in het oosten des lands, maar ondertussen vuurde onze kabeltelevisie wel de nodige popsterren, politici, acteurs, schrijvers, cabaretiers en mensen die bekend zijn omdat ze nou eenmaal bekend zijn, op mij af. En onbewust creëerde ik een vreemdsoortige adoratie voor BN’ers.

Joost mag weten waarom. Ik bewonder ze niet speciaal, ik zou niet willen worden zoals zij (hoewel ik niet onder stoelen of banken steek presentator te willen worden, maar dat is tóch anders), ik heb niks met het Gooi of de grachtengordel en al helemaal niets met Privé of Story. Ik hoef ook geen handtekeningen en zal altijd met gladgestreken gezicht, zonder gefluister, ellenbogengestoot of luid ‘Hee!’ voorbijlopen als ik een BN’er tegenkom, ik neem geen foto’s en met ze praten durf ik niet. En toch gaat mijn hart sneller kloppen van Bekende Nederlanders.

Mijn eerste bewuste confrontatie met een Bekende Nederlander was er één met Ernst Daniël Smid. Jawel. Het was een goeie ook meteen. Ernst liep in de winkelstraat van Winterswijk luidkeels te foeteren op zijn vrouw, over hun dochter. Dat was vermakelijk te noemen. Vlak daarna, toen ik nét in de Grote Stad Utrecht was gaan studeren en de kans op een voorbijlopende BN’er natuurlijk significant was toegenomen, botste ik bijna tegen een innig gearmde Hans van Mierlo en Connie Palmen. Ik was er zo van onder de indruk, dat ik meteen mijn moeder heb gebeld. En dat heb ik vaker gedaan. Zoals die ene keer dat ik me in Amsterdam vergist had in het café en ineens midden in een lunchafspraak van Ad Melkert, Thom de Graaff, Wim Kok en nog een aantal leiders des lands terechtkwam. Ik kon mijn geluk niet op! Allemaal politici, zó voor het grijpen!

Ik kan dan ook mijn lol op, nu ik stageloop bij de AKN en op de gang voortdurend prominente hoofden of bekende stemmen voorbij zie of hoor komen. Gisteren heb ik Amanda Spoel beledigd, door te vragen of zij niet van ‘Service Salon’ was. En ik praat dagelijks met Pieter Jan Hagens, want die presenteert het programma waarvoor ik werk. Vorige week stond ik in de lift met Karin de Groot, die vroeger ‘Spoorloos’ presenteerde en die me vertelde dat de postkamer ‘op 0’ is. En zojuist walste Frits Sissing nog voorbij.

Vandaag was echter de beste dag in mijn hele BN’ersfetisjcarrière. Want ik heb zóveel BN aan de telefoon gehad! Ik moest ze bellen voor een reportage. Gewoon, op hun mobiel of thuis. ‘Hallo, met Kees!’, riep Kees van Kooten. ‘Huub Oosterhuis’, baste Huub Oosterhuis vanuit de auto. ‘Ja, met Georgina’, piepte Georgina Verbaan. ‘Stenberg BV’, galmde Berdien Stenberg. Alleen Vincent Bijlo zei niks, maar die heeft dan ook een manager. Net als Jules Deelder en Ronald Giphart, die beiden niks tegen me wilde zeggen. Ook Marcel van Dam wilde me niet spreken. Zijn secretaresse citeerde hem echter met de volgende woorden: ‘Je bent slecht geïnformeerd en ik heb geen idee waar je het over hebt.’ Dat was duidelijk.

Het gaat wennen hoor. Mijn fetisj begint eigenlijk een beetje te slinken, nu ik dagelijks BN’ers tegenkom en met eigen ogen kan zien dat ze vette happen eten en naar de wc gaan. Jammer eigenlijk. Ik moet maar eens een ‘deze BN’er wil ik zeker nog eens zien’-wensenlijstje maken, om het spannend te houden…