Soms móet ik gewoon even in bad. Dan stap ik in de trein naar mijn ouders en lig ik vervolgens binnen een half uur in het hete sop. Het bad heeft iets magisch, staat voor ontspanning en alles loslaten. Eigenlijk ben ik het vaak binnen een kwartier al wel weer zat, want ik ga zo zweten van dat warme water, ik kan niet lekker m’n haar wassen en mijn boek wordt ook altijd nat. Toch is het bad mijn beste vriend en laat ik me er ook nu, terwijl het buiten 30 graden is, inzakken. Jeuj!
En als ik later groot en rijk ben, dan wil ik een bad in de vloer van mijn slaapkamer, zodat ik, als ik ’s ochtends mijn kingsize bed uitstap, alleen maar een paar treetjes af moet, onderwijl mijn zijden kimono van me af laten glijdend. Ik zie het helemaal voor me…