Hebbes, kill 1.

Zo. Daar ging het ineens in een stroomversnelling! Ik peinsde me suf hoe ik Elske nou zou kunnen krijgen. Het telefoonnummer dat ik had gekregen bleek nep, ik wist niet waar Elske woonde en niemand kon me helpen. Ik had de moed eigenlijk gewoon opgegeven, zo kan je het wel stellen.

Totdat dat ene gouden moment, op zondagmiddag op het Ledig Erf. Er speelde een bandje, ik zat in een groen kuipstoeltje, in mijn hand lag een heerlijk witbiertje, het was heerlijk weer en ik was fijn brakkig van de vorige avond in de Ekko, toen ik iedere arm die voorbijkwam bekeek op het bezit van een groen bandje. Ik verheugde me op een lange avond voor de tv en droomde een beetje weg.

Maar godzijdank viel ik niet in slaap. Want dan had ik het gemist! Dan had ik zomaar niet gezien dat Elske, mijn target, zomaar nietsvermoedend met een vriend het Ledig Erf op wandelde. Ik kreeg zowat een hartaanval van schrik, maar herstelde snel. Actie, actie!, schreeuwde de moordenaarsstem in mij. Pak haar!

Ik greep in mijn tas en voelde niets. Geen natte plekken op de bodem, geen doorweekte agenda, geen verfrommeld plastic tasje. Ik was mijn pistool vergeten. Nee! Gelukkig woon ik vlakbij het Ledig Erf en ik zette het dan ook op een lopen. Zo snel als mijn benen me konden dragen, holde ik naar huis, de trap op, de keuken in. Mijn pistool lag zo goed als schietklaar op het aanrecht. Het enige dat nog ontbrak was… water. Maar dat stroomt gelukkig met liters tegelijk uit de kraan en ik rende terug.

Daar zat ze, onze Elske. Een grijs jurkje, blond haar, een neusbel en een biertje in haar hand. Ze kletste vrolijk met haar vriend. Nog wel. Nog even en ze kon tussen zes plankjes afgevoerd worden. Ik riep, richtte en schoot. Ze schreeuwde.

Dag Elske. Rust zacht…