Vreugde en onvreugde in een kwartier

Vannacht droomde ik over Edwin van der Sar. Echt waar. Hij zat op een terrasje en bestelde een watermeloen. Een kek serveerstertje in kort jurkje met wit schortje bracht hem algauw een grote groen exemplaar, dat Edwin zelf doormidden mocht snijden. Met een groot mes ging hij het ding te lijf en wat schertste zijn, en vooral ook míjn verbazing (want ik stond op de hoek van de straat naar Edwin te kijken)? De watermeloen was helemaal leeg en wit vanbinnen en er zat een banaan in. Een hele gewone gele banaan. In een watermeloen. Edwin pakte de banaan en keek ernaar alsof hij een raket in zijn garage had gevonden. En ik stond in mijn droom op de hoek van de straat onbedaarlijk te lachen. Zó hard, dat ik, toen ik wakker werd, bang was dat ik vriendin M., bij wie ik logeer, wakker zou hebben gelachen. Dat bleek gelukkig niet het geval.

Nog nagrinnikend zat ik even later met een bakje muesli voor de televisie. Het journaal met Jeroen Tjepkema, die eigenlijk van de radio is. Hij vertelde over een tentoonstelling in Iran, met cartoons over de holocaust. In beeld kwam een meneer die verklaarde dit een prima tentoonstelling te vinden, want als de westerlingen de profeet mogen beledigen, dan mogen zij (wie? moslims? Iranezen? wie?) toch zeker wel de waarheid over de holocaust vertellen?
Ik was vrij snel uitgelachen. Hier kan ik nog niks over zeggen, maar ik ben heel boos.