Vetlaagje

Ik hoorde het mezelf vragen aan vriend H. ‘Zit mijn broek te strak? Ja hè? Hij zit te strak hè? Kijk hier, onder mijn bil, zit echt zo’n hele gleuf. Dat betekent dat ‘ie echt te strak zit.’ En toen zag ik mezelf ineenzijgen op het bed. ‘Oh néééé! Jezus man, heb ik echt net die nieuwe spijkerbroek gekocht in maat fucking 30, zit ‘ie gewoon nu alweer te strak! Waarom!?’

Vriend H. zat in een stoel, las de krant, keek even op, vroeg: ‘Waar zit die gleuf dan?’, meldde vervolgens dat ‘ie niks zag en ook nog dat ‘ie me met of zonder gleuf even lief vond. (Haha. Pas nu ik het opschrijf, realiseer ik me dat ‘ie iets heel grappigs, danwel beledigends heeft gezegd.) Enfin, hij gedroeg zich als een echte man. Dus ik was snel genezen.

Een dag later zat ik met vriendin L. aan de scones met jam en clotted cream in De Bakkerswinkel. Na drie happen zei ik het. ‘Ooh, ik moet dit echt niet eten joh! Ik word hier echt te dik van. Ja jezus hee, de hele zomer had ik geen honger en vlogen de kilo’s eraf en moet je nu eens zien! Sjongejonge, ik paste gewoon in een spijkerbroek in maat 30! Maar nu? Ik loop alleen maar te vreten! Mijn buik hangt echt totaal over mijn broekriem! ’t Is echt weer winter hè, we moeten weer een vetlaagje aanleggen…’

‘Ja’, zei vriendin L. ‘Ik heb het ook, erg hè?’. En daarmee was de kous af.

Soms vind ik mezelf echt verschrikkelijk.