Koos Werkeloos

(Werkeloos)
Laat mij voorlopig lekker
(werkeloos)
Al dat gezeur van ga toch
(werken Koos)
Koos werkeloos

Dit liedje van Klein Orkest spookt al dagen door mijn hoofd en wil er niet uit. Werkeloos. Dat is mijn status. Gelukkig is de tijd van het fietsplaatje voorbij, en hoeft niet iederéén te zien dat ik geen baan meer heb.

Was ik vanochtend nog vol goede moed om naar de redactie te fietsen, treinen, metro´en, trammen en lopen, om mijn bureau leeg te halen, de laatste collega’s te zien en gewoon nog even te ruiken hoe het daar ook alweer was, nu wil ik het liefst met een dekentje over mijn hoofd naar slechte films over liefde kijken. Al vrees ik dat ik daar dan de hele tijd om zal moeten huilen.

Ik ben mijn baan kwijt en ineens lijkt wel alles kut. Ik ben te dik. (valt best mee). Ik heb niet de juiste vrienden. (onzin) Ik vind mijn vriendje niet leuk genoeg. (allerdikste onzin allertijden) Ik ben een mislukkeling die niks kan. (hier hoef ik niet eens op in te gaan.)

Ik voer een verbitterde strijd tussen mijn hoofd dat zegt: het valt allemaal best mee, ik heb nu lekker een hele maand vrij, minimaal en het is mooi weer en ik kan nu alles doen wat ik wil en daar lijnrecht tegenover mijn gevoel dat zegt: ik vind alles kut. Of nee, het is andersom: mijn gevoel zegt juist dat het meevalt en mijn hoofd probeert daar allerlei irrelevante, disfunctionele klotegedachten tegenin te brengen, die mij wanhopig maken. Die ervoor zorgen dat ik me zwaar voel, met ledematen tot op de grond en tranen die achter mijn ogen prikken.

Ach. Kon ik mijn hoofd toch maar eens uitzetten en alleen maar voelen…