Gisteravond lag de naam van mijn slachtoffer in mijn mailbox. Het is Elske Helmich die de komende weken achter elke boom gevaar zal zien, die achtervolgd zal worden, dreigmail ontvangt en ’s nachts huilend wakker wordt van angst. Elske Helmich is mijn Hebbes-slachtoffer en ze zal het weten ook.
Mijn zoektocht begon vanochtend, op Hyves. Elke zichzelf respecterende jongere van veertig min (en zelfs ook al daarboven tegenwoordig) staat immers met zijn hele hebben en houwen op Hyves. Daar moet dus de nodige info vandaan te halen zijn. Adresgegevens, hobbies, gemeenschappelijke vrienden… Maar helaas, geen Elske Helmich op Hyves. Ook geen Helmich uit Utrecht of een Elske en ook alle verbasteringen van Elske of Helmich leverden nul resultaten op. De moed zakte mij in de schoenen.
Godzijdank was daar Google. En dankzij Google sta ik straks in de theateracademie aan het Janskerkhof en vraag ik aan de portier waar Elske Helmich les heeft. Of ga ik haar gewoon op staan wachten. Want ze is blond en heeft een neusbel. Makkie.
Ik hoop dat het een zachte dood voor je wordt, Elske. R.I.P alvast…