Matthäuspassion

Morgen ga ik voor het eerst van mijn leven naar een Matthäuspassion. Een hele echte nog wel, namelijk die van de Bachvereniging, die ook jaarlijks in de Grote Kerk in Naarden te horen is. De Matthäuspassion hoort voor mij echt bij de Goede Week en Pasen. Elk jaar rond eind maart, begint het weer te kriebelen en dan zet ik mijn Kruidvat-editie op het allerhardst aan om mee te brullen met het openingskoor Kommt ihr Töchter, helft mir klagen. En meestal, al heel snel, lopen de tranen me dan over de wangen. En halverwege gebeurt dat weer, bij O Haupt voll Blut und Wunden. En aan het eind, bij het prachtige Wir setzen uns mit Tränen nieder moet ik ook vaak heel hard slikken.

Ik geloof dat ik geen mooiere klassieke muziek ken dan de koralen uit de Matthäuspassion. Dat komt misschien omdat de muziek me terugwerpt in mijn jeugd, toen de Goede Week en Pasen in mijn katholieke omgeving nog zo intensief beleefd en gevierd werden. Het begon met Palmpasen, de zondag voor Pasen, als Jezus volgens de overlevering op een ezel binnengehaald wordt in Jeruzalem. Op school versierden we palmpaasstokken, die we volhingen met aan elkaar gerijgde pinda’s en snoepjes en bovenop prijkte een glanzend broodhaantje. In optocht liepen we dan door de kerk en zongen liedjes als Palm-, Palmpasen, eikoerei en Weet je dat de lente komt?. Ik luisterde op school en thuis naar de verhalen over Jezus’ kruiziging op Witte Donderdag en ging met mijn moeder naar de kerk om de kruiswegstatie te lopen. Mooi vond ik dat, en ook zo ontzettend treurig. Op Goede Vrijdag hadden we vaak vrij en aten we vis, en was het opnieuw niet zo’n vrolijke dag, want Jezus was gestorven aan het kruis. Dit zei mij allemaal niet zoveel, maar een beetje droevig werd ik toch wel. Maar de dagen erna was het feest! Jezus was opgestaan en dat betekende Pasen, een nieuw begin! Het betekende feest, met nieuwe kleren, eieren zoeken en een paasontbijt.

Fijn vond ik het vroeger, en eigenlijk nu nog steeds. Ik was en ben niet zo’n gelovig kind, maar ik vond het heerlijk dat het Paasfeest door al die verhalen en rituelen extra betekenis kreeg. Dat het meer was dan alleen een vrije dag om naar de woonboulevard te gaan. Eigenlijk deed het lijden en opstaan van Christus me niet eens zo veel, en vond ik de verhalen over de uittocht uit Egypte en het scheppingsverhaal veel indrukwekkender. Die extra betekenis mis ik nu, nu ik ouder ben en los van het gezin. Ik probeer nog steeds stil te staan bij de Goede Week en bij de verhalen, maar het is toch lastig. Want hoe doe je dat dan, als het je niet meer met de paplepel wordt ingegoten? Naar de kerk ga ik niet, daar vind ik niet meer wat ik zoek. En de Bijbel lezen in je eentje op je kamer voelt ook vreemd als je dat de rest van het jaar niet doet. Daarom luister ik naar de Matthäuspassion, om mezelf verbonden te voelen met Pasen, maar ook met vroeger.