Teilzeitarbeit

rpWe gaan dus naar Berlijn. In de lente. Hoe fijn is dat? Ik ben geselecteerd voor het Journalistenstipendium van het Duitslandinstituut en mag in dat kader twee maanden lang ervaring opdoen op een nieuwsredactie in Duitsland. Even was er sprake van dat ik naar Leipzig zou gaan, om te werken bij de radio, maar het lot was me goed gezind en dus wordt het mijn geliefde Berlijn. En dan mag ik ook nog naar de krant, de Rheinische Post om precies te zijn. Dat vind ik heel leuk, want nu kan ik de ervaring die ik al heb met krantenwerk, verbreden en verdiepen – om het maar eens in sollicitatiebrieftermen te zeggen.

De voorbereidingen voor vertrek zijn in volle gang, want we gaan met zijn allen. En een gezin verhuis je niet zomaar – ook niet voor slechts twee maanden. Dus schroeven we bedjes en boxen uit elkaar, mesten we klerenkasten uit en ruimen we de zolder op. Want ons huis in Nederland is ook nog eens verhuurd. Volgende week begint de taalcursus in een kasteel in Limburg en moet dus alles klaar zijn. Want daarna vertrekken we meteen. Ik slaap er slecht van.

Niet in de laatste plaats omdat het fenomeen ‘parttime werken’, oftewel Teilzeitarbeit niet heel bekend lijkt te zijn in het Duitse bedrijfsleven, zo hoorde ik van een Duitse medestipendiaat. Want op mijn vraag aan de krant hoe het eigenlijk zat met de werkuren en -tijden, kreeg ik mail terug met daarin de glazige vraag wat ik eigenlijk bedoelde met: ‘Bij de NOS werk ik 28 uur per week’. Bij de Rheinische Post werkt men namelijk ’40 Stunden pro Woche plus Überstunden’. Iedereen. En ik dus ook. Oh.

Gelukkig leek de assistente van de hoofdredactrice wel gevoelig voor mijn argument dat ik toch wel erg graag minimaal een dag per week voor mijn kinderen wil zorgen, zoals ik ook in Nederland gewend ben. Dus ze gaan mijn Teilzeitarbeitsversuch nu intern klären. Benieuwd wat het oplevert. Misschien wel een vleugje Hollandse emancipatie over de burelen van de Duitse Rheinische Post.